Jessica (hoofdredacteur, Fictie) over ‘Wat we zien als we lezen’
‘Tolstoj heeft nergens het uiterlijk van Anna Karenina expliciet beschreven. Melville deed dit ook niet met zijn Ismaël uit Moby Dick, noch Faulkner met Benjy Compson uit Het geluid en de drift. Toch hebben we allemaal als lezer een vaag idee van hoe deze personages eruitzien, dankzij onze literaire verbeelding. Hoe werkt dit unieke visuele proces – met andere woorden, hoe werkt de verbeelding van de literaire lezer?
De verzameling van versplinterde beelden in een boek – hier een sierlijk oor, daar een losgeraakte krul – en andere aanwijzingen van de schrijver helpt ons lezers om een mental picture te vormen van een personage of de setting. Maar de Anna Karenina van de ene lezer, zal niet lijken op de Anna Karenina van de andere.
En dit is precies wat lezen zo leuk maakt.
Aan de hand van talloze voorbeelden uit de klassieken van de wereldliteratuur maakt Peter Mendelsund inzichtelijk hoe. Wat we zien als we lezen is een rijkelijk geïllustreerde, heerlijke wandeling door de wereldliteratuur – en door ons literaire brein.’