‘Als ik rond-‘flaneur’ krijg ik het meeste werk gedaan’

Garth Risk Hallberg deed zeven jaar over het schrijven van zijn debuut ‘Stad in brand’. Nu ligt het boek in de winkel. Wij spraken met hem over schrijven, inspiratiebronnen en ‘flaneurisme’.

Heb je altijd al schrijver willen worden?
Ik kreeg de schrijfkriebels rond 14 december 1984. De juf had onze klas geholpen om verhaaltjes te schrijven en te illustreren, en vlak voor de kerst bracht ze een (in mijn ogen) enorme met de hand bedienbare bindmachine mee en maakte van elk verhaal een boek. Toen kwamen alle ouders binnen om de bibliotheek te bekijken die we gemaakt hadden. Ik kan me nog steeds het gevoel herinneren van die plastic bindrug en de gelamineerde omslag, en het gevoel van mensen die oplichtten als ze aan het lezen waren. Het moment dat ik me realiseerde dat ik niet alleen verhalen kon verslinden, maar ze ook kon creëren.

Ik moet daar meteen aan toevoegen dat mijn eerste opus voornamelijk fan-fictie was; ik had personages ingelijfd uit een boek waarvan ik teleurgesteld was het te zien eindigen, en had ze nieuwe problemen gegeven om mee te worstelen. Ik had blijkbaar op mijn zesde al een voorkeur voor omvang en schaal.

Wie of wat vormde de inspiratie voor de personages in Stad in brand?
De vraag ‘wie of wat vormde géén inspiratie voor de personages’ levert misschien een korter antwoord op, aangezien ongeveer alles wat ik in mijn afgelopen 28 jaar op aarde heb meegemaakt tegen de tijd dat ik mijn boek ging schrijven geholpen heeft de personages vorm te geven. Het voornaamste is denk ik – en veel schrijvers zeggen waarschijnlijk iets soortgelijks – dat alle personages uiteindelijk mij zijn. Ik bedoel, een kant van mij is Regan en een kant van mij is Charlie, en als je me onder druk zet heb ik ook een kant van William. Ik wilde het plezier en de pijn van elke manier van leven verkennen. En toen heb ik ze verder ingevuld met verschillende details die (hopelijk!) weer een brug slaan naar het leven van andere mensen, of dat nou mijn vrienden zijn of vreemdelingen. Ik zag een keer midden in de winter een tiener in de metro met alleen een pyjamabroek aan. Toen dacht ik meteen: die jongen is helemaal Charlie. Waarom doet hij dat? En op een bepaalde manier beslaat het antwoord op die vraag de eerste honderdvijftig pagina’s van het boek.

Wat doe je in je vrije tijd, nu het boek af is?
Ik schrijf nog steeds elke dag een paar uur, waar ik voor zonsopgang al mee begin (of vlak erna, nu het zomer is). En ik heb twee zoons van 5 en 3, dus zij vormen mijn middagen en avonden. Het gevolg van dit boek is echter, dat ik in plaats van dat ik om twaalf uur achter mijn bureau vandaan moet om geld te verdienen met lesgeven en recensies schrijven, zoals ik de afgelopen zeven jaar heb gedaan terwijl ik Stad in brand schreef, ik nu af en toe een uurtje in de stad kan wandelen of fietsen of naar kunst kan kijken of wat dan ook voordat ik de kinderen ophaal. Door de stad lopen, naar muziek luisteren, dagdromen en wat in een boek lezen – zo ziet mijn ideale middag eruit. De Fransen hebben hier een woord voor; ik geloof dat het zelfstandig naamwoord ‘flaneurisme’ is? En mijn vrouw gelooft het niet helemaal, maar: als ik rond-‘flaneur’ krijg ik het meeste werk gedaan. Als ik klaar ben met deze vragen beantwoorden, ga ik een tentoonstelling van Basquiat bezoeken, en proberen om di Lampedusa uit te lezen. Zo vind ik misschien de oplossing voor de problemen die ik vanmorgen aan mijn bureau voor mezelf heb gecreëerd.

Als er een soundtrack hoorde bij Stad in brand, welke vijf nummers zouden daar dan zeker op staan?
*
Patti Smith – ‘Gloria’

* Television – ‘Marquee Moon’

* Lou Reed – ‘I’m So Free’ (Misschien het thema van William. Of zo zou hij het zelf graag zien. Opgenomen in Berlijn geloof ik!)

* Billie Holiday – ‘I Cover the Waterfront’ (Ik stel me voor dat Richard hier op zijn jukebox naar luistert als hij zich neerslachtig voelt)

* Arcade Fire – ‘Neighborhood III’ (Nog zo’n goed nummer over de black-out, en net als het boek vanuit onze tijd bezien)

Welke schrijvers (en dat zijn er vast heel wat) bewonder je het meest?
Dat zijn er zoveel! Onder de fictieschrijvers de voor de hand liggende, neem ik aan: Tolstoj, Dostojevski, George Eliot, Dickens, Balzac, Proust, Joyce, Mann, Kafka, Svevo, Melville, James, Wharton, Faulkner, Woolf, Gertrude Stein, Bellow, Ellison, DeLillo, Wallace. Dat zijn waarschijnlijk mijn grootste favorieten.

Briljante hedendaagse schrijvers: Deborah Eisenberg, Norman Rush, Jonathan Franzen, Zadie Smith, Bolaño, Marias, Nadas, Krasznahorkai, Patrick Chamoiseau.

Als ik het nu nog over dichters en journalisten en filosofen ga hebben, kan ik eeuwig doorgaan…

 

Meer nieuws

  • ‘Rozige maanvissen’ van Sytse Jansma is genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs 2024

    24 april 2024

    De dichtbundel Rozige maanvissen van Sytse Jansma is genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs 2024. De prijs wordt sinds 1988 uitgereikt door Poetry International en bekroont het beste Nederlandstalige ...

    Lees het hele bericht
  • Niña Weijers met ‘Cassandra’ winnaar van de E. de Perronprijs 2022/23.

    23 april 2024

     Niña Weijers is met Cassandra de winnaar van de E. du Perronprijs 2022/23. De E. du Perronprijs is een initiatief van de gemeente Tilburg en Tilburg University. De prijs wordt uitgereikt sinds...

    Lees het hele bericht

Leestips ontvangen?

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws over boeken, schrijvers en activiteiten? Meld je dan hier aan voor onze maandelijke nieuwsbrief.

Schrijf je in

Agenda

[twitget]
Geverifieerd door MonsterInsights