In Memoriam: Luc De Vos

Er ging een wereld voor me open toen ik, nu ongeveer een jaar geleden, kennismaakte met Luc De Vos. Na de fusie tussen Amstel Uitgevers en Contact tot Uitgeverij Atlas Contact en de personeelswisselingen die daarmee gepaard gingen, werd mij gevraagd om Luc voortaan redactioneel te begeleiden. Wat wist ik van Luc? Niet veel. Ik wist dat hij uit Vlaanderen kwam en dat hij niet alleen columns en romans schreef, maar vooral ook bekend was als zanger van een rockband. Jaren geleden had een vriendin van mij – zij deed destijds de pr van zijn roman De laatste mammoet – gevraagd of ik meeging naar Paradiso, waar zijn band Gorki zou spelen. Ik had nee gezegd. Ik had andere bezigheden. Ik kende die band niet.

Toen ik me ter voorbereiding op mijn eerste ontmoeting met Luc verdiepte in zijn werk als schrijver en muzikant, realiseerde ik me wat voor vergissing dat was geweest. Inmiddels was me duidelijk geworden dat Luc in Vlaanderen wereldberoemd was, en dat zijn liedje ‘Mia’ was uitgegroeid tot een soort alternatief Vlaams volkslied, en toen ik de documentaire bekeek die vrpo’s Lola da Musica in 2000 over hem had gemaakt, begreep ik waarom. Deze man dééd iets met mensen, zag ik. Met de muziek die hij maakte, met de teksten die hij schreef, maar vooral ook met wie hij was. De trieste zachtheid in zijn donkere ogen, maar ook de ondeugende pretlichtjes die erdoorheen flikkerden; het laconieke, haast verontschuldigende gemompel waarin zijn zinnen vaak eindigden, maar ook de bravoure waarmee hij zich op het podium als frontman presenteerde. Dit was een man die tegen zijn toehoorders zei: kom maar, ik ben van jullie, neem maar van mij, ik heb genoeg – maar tegelijkertijd dreef hij de spot met die haast messianistische allure en leek hij steeds te willen zeggen: ik ben maar een boerenlul, net als jullie. Dit was iemand bij wie je continu in de buurt wilde zijn, maar die je steeds weer ontglipte. Waardoor je opnieuw en met nog meer vuur zijn nabijheid zocht.

Het beeld van de aimabele, ongrijpbare antiheld werd bevestigd toen ik Luc voor het eerst in het echt zag, op de uitgeverij in Amsterdam. Voor mij stond geen rockster en geen schrijver maar een kleine man die naar mij opkeek alsof hij zich afvroeg of hij mijn gezelschap wel waard was. En tegelijkertijd zag ik dat hij ook spotte met die bescheiden houding. Hij gaf me het manuscript van de roman die we later Paddenkoppenland zouden gaan noemen, en ook daarin zag ik die mooie tweeslachtigheid. Ronny De Keyzer, de verteller van de roman, groeit op in een armzalig dorp onder de rook van Gent, tussen ‘de paddenkoppen’, zoals hij ze zelf noemt, maar anders dan zijn dorpsgenoten acht Ronny zichzelf voorbestemd om zijn afkomst te ontstijgen, om een rockster te worden. Maar in de jaren die volgen onderneemt hij maar weinig om deze pretenties waar te maken: hij wacht tot het geluk hem in de schoot valt. En als hij uiteindelijk na lang wachten – hij had de moed al bijna opgegeven – op middelbare leeftijd doorbreekt als rockmuzikant, vindt hij ineens dat hij dat geluk niet verdient. Kwajongen en bedelmonnik ineen: dat is Ronny De Keyzer, en dat is ook Luc De Vos.

Of althans, dat wás Luc De Vos, want hij is niet meer. Op 29 november stierf hij als gevolg van een acuut orgaanfalen. Daarmee dompelde hij heel Vlaanderen in rouw. De manier waarop collectief afscheid van hem werd genomen, liet zich nog het beste vergelijken met de wijze waarop Nederland destijds rouwde om André Hazes. Heel Gent liep uit voor zijn begrafenis, kranten wijdden complete bijlagen aan Lucs overlijden, de social media stonden bol van de condoleances, volle voetbalstadions zongen spontaan zijn grote hit ‘Mia’. Het was enorm. In de afgelopen maanden hebben veel commentatoren proberen te duiden waarom Vlaanderen zo veel van Luc De Vos houdt. Ik kan alleen maar herhalen wat ik hierboven al zei. Luc was iemand in wiens nabijheid je wilde zijn, maar die je steeds weer ontglipte. Wie dacht dat hij ons nu voorgoed is ontglipt, kan zich troosten met het feit dat wij hem altijd kunnen vinden in zijn liedjes en in zijn boeken.

Meer nieuws

  • ‘Rozige maanvissen’ van Sytse Jansma is genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs 2024

    24 april 2024

    De dichtbundel Rozige maanvissen van Sytse Jansma is genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs 2024. De prijs wordt sinds 1988 uitgereikt door Poetry International en bekroont het beste Nederlandstalige ...

    Lees het hele bericht
  • Niña Weijers met ‘Cassandra’ winnaar van de E. de Perronprijs 2022/23.

    23 april 2024

     Niña Weijers is met Cassandra de winnaar van de E. du Perronprijs 2022/23. De E. du Perronprijs is een initiatief van de gemeente Tilburg en Tilburg University. De prijs wordt uitgereikt sinds...

    Lees het hele bericht
Geverifieerd door MonsterInsights