Aya Kōda neemt je mee op een reis door Japan en voert je met frisse beschrijvingen langs belangrijke en bewonderde bomen, zoals de jezosparren in Hokkaido en de blauweregen uit haar jeugd. De cipressen, wilgen en kersenbloesems van Japan worden vervlochten met de seizoenen, lucifers en parallellen van leven en dood, rijping en ontwikkeling.
In deze herontdekte klassieker brengt Kōda het belang van bomen in de Japanse cultuur en natuur naar boven. Bomen is een kennismaking met een unieke Japanse stem.
‘Wat haar aanpak zo speciaal maakt, is dat ze naar een boom kijkt zoals ze naar een levend wezen kijkt, dat erg op een mens lijkt. Ze dicht het gedachten en gevoelens toe. (...) Bovendien schrijft ze in een mooie, poëtische taal.’ [Waardering: 4 sterren] - Humanistisch Verbond