‘Wat bij Van der Graaff gebeurt is vele malen interessanter dan een rond, afgesloten versje met het nodige zelfmedelijden. [...] De twijfels die naar voren komen in deze gedichten zijn het directe en noodzakelijke resultaat van de vorm van zelfonderzoek die in deze poëzie bedreven wordt. [...] Creatief en ondernemend, dat is deze bundel. [...] De tweeledigheid van dat zelfonderzoek – inclusief de daarmee gepaard gaande paradoxen en tegenstellingen – is vruchtbaar, zoals uit deze poëzie blijkt. Zo’n houding zou veel vaker aangenomen moeten worden.’ – Tzum
Tzum.nl'Van der Graaff zoekt naar vormen, naar een stem, naar stijl en naar eigenheid – en dat op een ijzersterke en tegelijk kwetsbare manier.’ – Suzanne van Putten, Liter
Liter‘Van der Graaff zal in de toekomst ongetwijfeld meer dood werk achterlaten en dat bevalt me.’ – Hans Puper, Meander
Meander Magazine‘Maarten van der Graaff is de molotovcocktail van de Nederlandse poëzie.’ – Jamal Ouariachi, De Morgen
De Morgen'Het willekeurige, improviserende karakter van de gedichten is evident, het verleent ze een zweem van directheid en authenticiteit. Maar het behoeft geen betoog dat Van der Graaff over de plaatsing van ieder woord heeft nagedacht. Het zijn namelijk heel goede gedichten.' – De Groene Amsterdammer
De Groene Amsterdammer'Waanzin en een verlangen naar gemeenschap, persoonlijke misère en de politieke werkelijkheid, dat is waar het in deze bundel om gaat [...] Het behoeft geen betoog dat Van der Graaff over de plaatsing van ieder woord heeft nagedacht. Het zijn namelijk heel goede gedichten.’ – Piet Gerbrandy
'Gebruiken de meeste dichters taal als middel om een beschrijving, ervaring of iets anders mee te boetseren, voor Van der Graaff lijkt taal het doel, en vormen de onderwerpen van zijn poëzie het middel. In zijn onderwerpen toont hij zich geëngageerd en bevlogen. Het doet me denken aan het werk van H.H. ter Balkt, Sybren Polet en Anneke Brassinga.’ – Roel Weerheijm, Ons Erfdeel
'Van der Graaff is een dichter van nu, hij doet verslag, verkent zichzelf en zijn verhouding met de wereld. Vindingrijk en spottend schrijft hij zich een plaats in de poëzie. Hij is een dichter met lef.' – Janita Monna, Trouw