Lofrede jury Opzij Literatuurprijs voor Hanna Bervoets

Hanna Bervoets was met Alles wat er was een van de genomineerden voor de shortlist van de Opzij Literatuurprijs. Op 19 maart was de uitreiking, waarbij onderstaande lofrede werd uitgesproken door de jury van de Opzij Literatuurprijs.
Lofrede jury Opzij Literatuurprijs voor Hanna Bervoets, Alles wat er was:
Hanna Bervoets. Je bent de jongste van de genomineerden hier, maar ook de enige die deze prijs al eens heeft gewonnen. Zo. Dat zegt wel iets over je kunnen. Twee jaar geleden vonden we, Elsbeth Etty en Marja Pruis maakten toen ook deel uit van de jury, jouw roman Lieve Céline de beste door een vrouw geschreven roman van het jaar. We waren zelfs, toen we aan het lezen waren om tot een shortlist te komen, nogal gecharmeerd van Lieve Céline. En dat is een understatement. De roman was mondjesmaat besproken en deed niet bijzonder veel – en daar begrepen we niets van. Want in Lieve Céline zette je overtuigend het lot neer van Brooke, een dikke, laagbegaafde tiener die opgroeit in een kansarm, vaderloos gezin in Amsterdam-Noord en gek is op Céline Dion. In het juryrapport noteerden we toen: ‘Door nergens de spot met Brooke te drijven, komen de hardnekkige pogingen die het meisje doet om gelukkig te worden des te schrijnender over. Bervoets’ verhaal en stijl lijken simpel, maar Lieve Céline is een slim, ontroerend boek, dat nog lang in je hoofd blijft rondspoken.’
Met de roman waarvoor je nu genomineerd bent, Alles wat er was, overviel je ons weer. Omdat een heel ander boek is dan Lieve Céline, qua genre en onderwerp. Alles wat er was gaat over tv-redacteur Merel die op een zondag samen met zeven anderen een tv-programma wil opnemen in een oud-schoolgebouw. Dat komt er nooit van, want een oerknal is hen voor. Ze zitten vast en zijn tot elkaar veroordeeld, god weet voor hoe lang.
Je roman is filmisch van opzet: je springt heen- en weer in de tijd, begint niet bij het begin, en door voor de niet altijd even betrouwbare Marloes als vertelstem te kiezen, bouwt de spanning op. Alles wat er was is een apocalyptische thriller – en alleen al op dat niveau staat het boek als een huis. Maar net als Lieve Céline, is deze roman rijker dan de plot alleen: wederom heb je een slimme, gelaagde roman geschreven die bedrieglijk simpel overkomt.
Want ondertussen is het namelijk ook een sterk psychologisch drama. Ik weet niet of iemand hier wel eens de film Das Experiment heeft gezien uit 2001 (de regisseur zou een paar jaar later Der Untergang maken), maar daar moest ik tijdens het lezen aan denken. In deze Duitse film, op een waar gebeurd experiment gebaseerd, bootsen twintig vrijwilligers voor een sociologisch onderzoek een gevangenissituatie na. De wetenschappers wijzen de helft van de deelnemers aan als gevangene, zonder rechten, en de andere helft als bewakers, met wapens, die ze niet mogen gebruiken.
De laboratoriumsetting in Alles wat er was is minder expliciet, maar minstens zo aanwezig. De acht personages zijn tot elkaar veroordeeld: tot elkaars vriendschap, tot elkaars grenzen en tot hun eigen grenzen. De krochten van hun zielen worden verkend – met achterdocht, afgunst, seks en geweld als gevolg. Belangrijker dan de vraag hoe lang ze in dat schoolgebouw moeten blijven zitten, blijkt de vraag hoe lang deze mensen het met elkaar zouden kunnen uithouden. Met die wezensvraag ga je niet moralistisch om. Je geeft, via je bij vlagen zeer onhebbelijke personages, commentaar op de mens van nu. Op de maatschappij die wordt beheerst door sociale media en de vluchtigheid die daarbij hoort.
Alles wat er was leest, om maar eens een cliché te gebruiken, als een trein. Je bent ook in deze roman niet iemand van de volzinnen of breedsprakigheid: de roman wordt verteld zonder stilistische fratsen. De taal staat in dienst van je verhaal, maar is er niet aan ondergeschikt: er is geen afleiding, geen ontsnappen aan de wereld die je hebt gecreeërd, net zo min als die er voor je personages is.
Hanna Bervoets. Van meet af aan stond buiten kijf dat je op de shortlist thuishoort. Want Alles wat er was is een woord: puntgaaf.