Simon Schama is een historicus die zijn hart volgt

Simon Schama is een historicus die zijn hart volgt. Een andere verklaring is er niet voor de enorme rijkdom aan prachtige onderwerpen waarover hij zich heeft gebogen. Schama is een bezielde historicus die niets liever wil dan vertellen. Dat doet hij in tv-programma’s (zijn BBC-documentaires zijn regelmatig bekroond) maar vooral in boeken. Hij schreef over kunst: met ontzag en enthousiasme (De kracht van kunst), over Rembrandt: met bewondering en nieuwsgierigheid (Rembrandts ogen). Over Amerika, met gretigheid en verbazing (De Amerikaanse toekomst), en over onze Gouden Eeuw, met liefde én kritiek: Overvloed en onbehagen, zijn doorbraak, die overigens in Nederland begon.
En nu heeft hij een boek geschreven over een onderwerp dat Schama na aan het hart, én het hoofd ligt: het verhaal van de Joden. Een geschiedenis over een volk dat het liefst een naamloze God zou aanbidden, en dat eer wil bewijzen aan de teksten: de Tora wordt geëerd, papier: geen mens. Want dankzij de verhalen heeft het Jodendom standgehouden onder alle onmogelijke omstandigheden, en deze liefde voor, en afhankelijkheid van het woord spreekt Schama ten diepste aan. De geschiedenis van de Joden is dan ook een boek dat met de inzet van een leven is geschreven: de verhalen zijn vaak om te huilen, dus gooit Schama moppen in de strijd om te kunnen blijven lachen. Hij maakt zijn ambitie waar: het verhaal van de Joden is het verhaal van de hele wereld.