Toespraak van uitgever Tilly Hermans bij de presentatie van ‘Het eind van het lied’ van Hans Hom

‘Hans heeft u allen bijeen genodigd om zijn debuut te vieren. Je moet maar durven: debuteren op deze leeftijd. Om u meteen uit de droom te helpen: dit is geen marketingstunt van een uitgeverij – en het is zeker ook niet zo dat dit debuut er nu ligt omdat Hans en ik elkaar kennen.

We hebben elkaar na Meulenhoff waar Hans onder meer de vertaling van Musil redde, jaren niet gezien. Ik herinner me heel vaag dat hij weleens had gezegd dat hij schreef, maar kennelijk was er geen ambitie van zijn kant om tot publiceren te komen. Ik heb wellicht weleens gezegd: stuur iets op als het af is, maar dat zeg ik wel vaker…

Nee, Hans’ leeftijd heeft er niet veel mee te maken, en ons verleden evenmin. Het is heel simpel: ik ging lezen, en raakte betoverd.

Allereerst door de sfeer: Het eind van het lied is gesitueerd in een boshuis, midden in ons land. De nazomer kondigt zich aan in het gras dat steeds minder vaak gemaaid moet worden, in de bladeren die hun glans grotendeels verloren hebben, die zwarte, bruine of gele vlekken vertonen, gaten en andere opgelopen levensschade. Hans Hom leert het bos te lezen, de veranderingen in de lichtval, het brandingruisen van populieren en ineens is er dan een platte reptielenkop. Ik raakte gevangen in het beeld van een hagedis, de kloppende keel, de schokkerige bewegingen in een roerloos moment.

Oek de Jong heeft laatst betoogd, in een lezing over de toekomst van de roman, dat een Nederlandse schrijver zijn werk in eigen land moet situeren. Een aanvechtbare stelling, maar hij bedoelt ermee dat een schrijver zich moet inlaten met wat hij het beste kent: zijn eigen landschap. Het eind van het lied bewijst dat Oek hierin gelijk heeft: buiten zijn, de ervaring van regen, ruimte, zonlicht – er zijn weinig Nederlandse boeken die je die ervaringen die ik uit mijn kinderjaren ken, zo sterk doen herbeleven als Het eind van het lied. Prachtig vind ik dat.

Er is meer: de liefde. Ook hier: nazomer, hecht en vanzelf gaan sfeer en levensgevoel samen, een organisch ademend verhaal waarin je binnen wordt gelokt. Een man in een boshuis, tevreden met een rustig overzichtelijk bestaan alleen. Maar er zijn voortekenen, die hij pas leest als de ontmoeting heeft plaatsgevonden: tijdens een avondwandeling ziet hij een vrouw op een verlaten perron staan, en dan valt hij zijn geschiedenis in – en ik als lezer ging mee: een liefde die decennia omspant, een fascinatie waarin niet alleen de man gevangen zit maar ook de vrouw op wie die liefde gericht is, en, wellicht het meest aangrijpend, het kind dat de bekroning van die liefde moest zijn.

Ongeluk speelt zich niet af in grootse scènes, het is een sluipend gif dat je zelf in je meedraagt: je onvermogen je over te geven aan de vrouw die je liefhebt, de onbeheersbare impuls die euforie en spontaniteit doet omslaan in wantrouwen, afkeer en zelfs agressie. Het eind van het lied is een draaikolk, steeds dieper raak je in de obsessie van deze man, het bos sluit zich, een leger van insekten trekt op. Prachtig zijn de beelden die worden opgeroepen in de heldere nacht bij vollemaan. Van een reusachtige uil, ik citeer nu: ‘met grote oranje maanogen en een sneeuwwitte, als een koningsmantel bedekte borst. Het dier troonde midden op het pad, zijn dik bevederde poten iets uit elkaar stevig op de grond.’ Van, en ik citeer opnieuw: ‘de optocht der insekten, die zich door het obstakel van de reuzenvogel niet van hun koers lieten brengen en met tientallen langs zijn poten omhoog klommen, waar de uil ze aan één stuk door van de veren pikte en verslond.’

Het beeld van de liefde, die man en vrouw en uiteindelijk ook kind verslond – een fascinatie die obsessie werd en verder de afgrond in. Tot Het eind van het lied.

Het eind van het lied is bijzonder: een ouderwets literair debuut. Mooi geschreven, in zinnen die je rustig moet lezen, niet het kortademige tempo van 5 woorden per regel dat de krant hanteert, maar mooie, opgebouwde beelden en aandacht voor psychologie die je beklemt en gelukkig maakt tegelijk.’

Meer nieuws

  • ‘Rozige maanvissen’ van Sytse Jansma is genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs 2024

    24 april 2024

    De dichtbundel Rozige maanvissen van Sytse Jansma is genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs 2024. De prijs wordt sinds 1988 uitgereikt door Poetry International en bekroont het beste Nederlandstalige ...

    Lees het hele bericht
  • Niña Weijers met ‘Cassandra’ winnaar van de E. de Perronprijs 2022/23.

    23 april 2024

     Niña Weijers is met Cassandra de winnaar van de E. du Perronprijs 2022/23. De E. du Perronprijs is een initiatief van de gemeente Tilburg en Tilburg University. De prijs wordt uitgereikt sinds...

    Lees het hele bericht

Leestips ontvangen?

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws over boeken, schrijvers en activiteiten? Meld je dan hier aan voor onze maandelijke nieuwsbrief.

Schrijf je in

Agenda

[twitget]
Geverifieerd door MonsterInsights