Interview met Pauline de Bok

Mei is de Maand van het Natuurboek. Tijdens deze feestelijke maand, georganiseerd door Uitgeverij Atlas Contact in samenwerking met talloze boekhandels in Nederland en Vlaanderen, is er volop aandacht voor het literaire natuurboek. Elke week spreken we een auteur. Deze week de eerste uit de reeks: Pauline de Bok over haar nieuwe boek De poel.

In het boek trekt Pauline de Bok zich terug op het noordoost-Duitse Platteland, waar ze rondscharrelt op haar erf, omringd door bossen, meren en industriële landbouw. Ze zoomt in op de levende wezens met wie ze haar plek deelt, van de grote dieren waar ze op jaagt tot het gewemel en gekrioel dat een mensenoog nauwelijks ziet. Al jaren krijgt het ecosysteem klap na klap. Voor het eerst in twintig jaar blijft de poel achter de koeienstal droog. Het waterpeil blijft zakken, na de kastanjes en de fijnsparren is het nu de beurt aan de essen en beuken: ze worden aangetast door ziektes. De Bok weigert de moed te verliezen en legt een leemplas aan voor de zwaluwen, vleermuizen en insecten. Wat helpt het? En wat is onze plaats in de natuur? Aan het einde wendt ze zich tot het boomkikkertje. Schuilt de hoop niet juist in het onbevattelijke van de natuur, in haar niet-aflatende beweging? Moeten we niet erkennen dat de complexiteit ons mensen per definitie ontgaat?

 

In De poel leeft u echt met de natuur in plaats van er alleen naar te kijken of haar te willen veranderen. Waar komt die houding vandaan?

Die komt voort uit hoe ik tegen de mens aankijk, en tegen onze plaats in de natuur. Evolutionair gezien zijn we heel slim, maar we hebben er weinig oog voor dat we ook een diersoort zijn, dat we deel uitmaken van de natuur. Een individu leeft nog geen eeuw, we zijn kortzichtig en worden gedreven door eigenbelang. Als soort putten we de aarde uit, tasten haar tot in haar haarvaten aan. Inmiddels leven we in het antropoceen en dat is niet iets om trots op te zijn. Wat ons nekt, is onze hybris. We denken dat we het tij nog wel zullen keren door onze technologie te verbeteren, maar we weten nauwelijks hoe de natuur werkt. Kijk alleen al naar het coronavirus, dat drukt ons met de neus op de feiten: de natuur ontglipt ons altijd weer.

 

Het lijkt in de aard van de mens te zitten om zichzelf slimmer en hoger dan andere dieren te achten. Hebt u hoop dat hier nog op tijd verandering in kan komen?

Dat weet ik eerlijk gezegd niet. Onze neiging onszelf boven de dieren, boven de natuur te stellen is hardnekkig. We zien onszelf als de kroon van de schepping: alsof we met z’n allen samen eigenlijk alwetend zijn, alsof we in staat zijn eensgezind te handelen, op weg naar een doel in de verre toekomst. Het is ons niet gegeven de klimaatcrisis of de verschraling van ecosystemen te overzien, niemand weet wat onze ingrepen op de lange termijn betekenen. En toch zullen we handelen, de wereld om ons heen veranderen, zoals ál wat leeft dat doet. We zijn strevende wezens, maar we streven alle kanten op, uiteindelijk zijn het blinde processen. Dus past ons bescheidenheid.

Vroeger was het links om je zorgen te maken over ‘het milieu’, nu is het bijna mainstream. Ik beschouw mijn onderzoek, mijn boek, graag als deel van een grotere beweging van burgerwetenschap (civil science). Steeds meer mensen tellen soorten, geven hun natuurwaarnemingen door, ze bekommeren zich om de natuur dichtbij huis, of het nu om een bosje gaat, een sloot of een geveltuintje. Ze steken de handen uit de mouwen, staan met hun poten in de modder en genieten ervan. De natuur is duizelingwekkend in haar veelvoud, al doende krijg je een beter oog voor het wonder ervan, de magie. Dat is winst, want met verbetenheid gaan we de aarde zeker niet redden.

 

U jaagt ook. Hoe verhoudt zich dat tot uw behoedzame omgang met alles wat leeft in De poel?

In de natuur gaat het om leven en dood, om eten en gegeten worden. Daar ben ik als mens onderdeel van. Als er in mijn biotoop veel dieren van één soort zijn, soms zelfs meer dan goed is voor andere soorten, dan maak ik er af en toe eentje buit om op te eten. Makkelijk vind ik het nog steeds niet om een dier te doden, soms worstel ik ermee, maar ik wil me er niet aan onttrekken. Het houdt me met beide voeten op de aarde en het helpt me om de natuur, ook de menselijke, beter te begrijpen. Het gekke is: vlees afkomstig uit de biologisch veeteelt geldt onder alleseters als diervriendelijk, maar de jacht vinden ze vaak verwerpelijk. Ze eten liever vlees dat ‘nergens’ vandaan komt.

 

Is De poel een optimistisch of een pessimistisch boek?

Dat wisselt nogal. Zoals gezegd ben ik over de toekomst van de aarde nogal somber. Desondanks ben ik het doemdenken voorbij. Ik richt me, ook in mijn werk, op onze plaats in de natuur. We zijn maar mensen, ik ben maar een mens, ik doe er niet toe, maar ik leef nu eenmaal en ik houd van het leven. Ik probeer er steeds verder in door te dringen, mee te bewegen met de natuur. Alles beweegt, alles gaat weer voorbij, daar komt geen einde aan. Mijn leidraad is: wees behoedzaam als je ingrijpt, wees gul met je aandacht.

 

Tot slot, welke natuurboekenauteur leest u zelf graag?

De dierenverhalen van Anton Koolhaas. Hij schrijft zo grappig en ontroerend over dieren, ze hebben bij hem altijd zowel menselijke als dierlijke trekjes. Door zijn taal voert hij je heel ver mee in wat het betekent om te leven. Een verrijking. Ik beveel hem van harte aan.

Meer nieuws

  • Nobelprijswinnaar en psycholoog Daniel Kahneman overleden

    28 maart 2024

    Woensdag 27 maart bereikte ons het droevige bericht dat psycholoog, Nobelprijswinnaar en schrijver Daniel Kahneman is overleden op negentigjarige leeftijd. Wij wensen zijn echtgenote, familie en naast...

    Lees het hele bericht
  • Jonny Steinberg wint The National Book Critics Circle Award met ‘Winnie & Nelson’

    25 maart 2024

    The National Book Critics Circle (NBCC) Award in de categorie biografie gaat dit jaar naar Winnie & Nelson. Portret van een huwelijk van Jonny Steinberg. In dit boek ontrafelt Jonny Steinberg het ...

    Lees het hele bericht
Geverifieerd door MonsterInsights