Jubileumeditie: vijftig jaar geleden verscheen ‘Bleekers zomer’, het romandebuut van Mensje van Keulen.

‘Zo slecht als Bleeker weet wat hij met zichzelf aan moet, zo goed weet de schrijfster wat zij wil in haar verhaal,’ zo schreef recensent K.L. Poll destijds over het romandebuut van Mensje van Keulen, dat in 1972 verscheen en insloeg als een bom.
Vijftig jaar geleden verscheen Bleekers zomer, het romandebuut van Mensje van Keulen. In haar voorwoord bij deze jubileumeditie schrijft ze:
‘Een jaar of twintig geleden las ik, op zoek naar spellingswijzigingen die ik niet wilde doorvoeren, de drukproef van een herdruk van Bleekers Zomer. Ik stuitte daarbij op de volgende passage: ‘ Hij was kletsnat, uitgeput, z’n linkerbeen stak buiten het bed. Annie had met haar enorme lichaam meer dan de helft van het bed in beslag genomen. Onder haar naar achter geschoven pruik hingen haar eigen peperkleurige haren. Haar gezicht lag erbij als een gebruikte pleister en hij ontdekte dat ie zich vergist had. Ze moest minstens vijftig wezen.’ Toen ik deze ‘kleine roman’ schreef vreesde ik dat ik die leeftijd niet eens zou halen dankzij al het stadsvertier.
Maar kijk eens aan, nu heeft zelfs het boek de vijftig gehaald’